Vele godzoekers zijn ons voorgegaan. Zij leefden dicht bij de bron en raakten ‘vol van God’. Gaven taal en teken van hun liefde.
Op deze pagina vindt u regelmatig teksten van hen tot voedsel en overweging.

 

Richard Rolle –  monnik uit de 14de eeuw

         Welke grens heeft God gesteld aan de liefde?

Welke grens heeft God gesteld aan de liefde toen Hij zichzelf totaal voor ons offerde en toen Hij ons de opdracht gaf Hem met heel ons hart te beminnen?
Heel ons leven zijn wij aan Hem verschuldigd, heel ons verstand, al wat wij zijn. Van Hem hebben wij alles gekregen. De beste maatstaf voor de liefde is dus: er geen hebben. Zulk een liefde is glorievol: zij is een maatstaf zonder afmetingen en zij verdient waarlijk onze lofprijzing want zij is een maat zonder maat.
Broeders, stel geen grenzen aan uw liefde tot God. Hij die dat wèl doet, hij die aan zijn liefde grenzen stelt, heeft geen oprechte liefde voor Hem.
Moge de liefde altijd overwinnen, moge de liefde steeds toenemen en moge zij gedurende heel ons leven naar de hoogste toppen reiken.

Denk nooit dat gij die top bereikt hebt. God zult ge nooit kunnen beminnen zoals Hij het verdient. Hoe groot uw liefde ook is, in de hemel zult ge uw gelijke wel vinden, uw leermeesters in vurige liefde. Begrijp daarom wel, dat als uw liefde voor de mensen een grens kent, dan is het deze: dat zij de Schepper niet gelijk maakt aan zijn schepsel Maar  het gebod God te beminnen sluit elke grens uit. Dit betekent dus heel duidelijk dat Christus overal bemind moet worden, zonder ophouden, bij elke gelegenheid, altijd en boven alles.
Onze liefde voor God moet dus vurig zijn, hecht, brandend, onstuimig, onoverwinnelijk, absoluut, met inzet van alle krachten, zij moet heel ons wezen naar Hem toetrekken, in Hem overbrengen en volledig inzetten in zijn dienst.

Als liefde ten slotte met genoegen gepaard gaat, wordt zij stoutmoedig en zonder terughoudendheid. Zij vestigt zich stevig in de Beminde, hunkert onophoudelijk naar liefde en minacht al wat niet naar de Beminde voert.
Zonder liefde, denkt zij, kan niets slagen en mèt haar moet men niets vrezen, want ‘sterk als de dood is de liefde. Met de onverbiddelijkheid van het dodenrijk sluit zij ieder ander buiten. Haar vonken zijn bliksemschichten, vlammen van de Heer. Geen stortvloed van water kan de liefde blussen, geen rivier spoelt haar weg (Hgl 8,6-7)?

Dit is de liefde van hen die volmaakt beminnen, de liefde van ware minnaars. De heiligen stellen in haar hun vreugde; heel hun verlangen gaat uit naar de liefde en zij streven ernaar om te beminnen. Er is geen verlangen, geen gevoel, geen enkele handeling die zij niet stellen in het teken van de liefde, want ‘de liefde is sterk dan de dood’. Tot de dood zal ze zich niet sparen voor haar Beminde. Zoals de dood ons allen doet sterven, zo zal de echte liefde geen enkele tegengestelde gezindheid in haar hart laten bestaan. Zij versterft radicaal elk aards verlangen in de ziel, die zij helemaal heeft gehuld in haar zachtmoedigheid. O, de kracht van deze liefde die alles overwint en God zelf intiem aan zich bindt, God die onoverwinnelijk is, God die ongrijpbaar is!

Ja, het vuur van de liefde is zeer sterk, zeer krachtig de macht van de liefde. Zij is een vuur, en de geest wordt erdoor gezuiverd, het lichaam getemperd, de onbeschaamdheid ingetoomd, de verlangens beteugeld, de ondeugd uitgeroeid. Tranen veranderen in vreugde en wonderlijke vertroostingen doorstromen de ziel tot in haar vezels.

Een zetel is klaargezet voor de eeuwige Koning, een troon voor de Heilige Drie-eenheid. De toegang is vrij, de deur gaat open en wordt bewaakt voor elke vreemde indringer.
O weldoende liefde! O liefdevolle weldaad! De Liefde verschaft ons al wat goed is voor ons geluk en zonder haar bezitten wij niets. Zij is de vreugde van mijn stilte, de balsem van mijn boetvaardigheid, het elan van mijn gebed, de zoetheid van mijn meditatie, het voedsel van mijn contemplatie, de zalving van mijn gezang, de inspiratie van al wat ik schrijf.

Voor wie bemint bestaat er geen verkeerde stap. Voor wie haar bewaart, is de weg steeds rechtuit.


Richard Rolle*, Le chant d’Amour, 50, SC 169, 183-187.

*Richard Rolle (ca. 1295 – 1349) was een Engels mysticus, religieus schrijver en kluizenaar.